 
  
  
De Vlinderkas bestaat uit een speciaal vormgegeven, kunstzinnige kas in de vorm van een overdekte tuin met inheemse planten. In de kas worden vlinders gekweekt die in het Nederlandse landschap en Park Lingezegen thuishoren. De Vlinderkas wordt voorzien van zonnecollectoren en is in energieverbruik zelfvoorzienend.
 In de lente en zomer wordt af en toe een aantal van   de gekweekte vlindersoorten losgelaten uit de kas. Dit zal niet alleen   ten goede komen aan het Park Lingezegen maar ook aan de directe omgeving   van het Gelderse landschap.
        De Vlinderkas wordt bij voorkeur opgenomen in een nieuwe kunst- en natuurroute in het Park Lingezegen.
Vlinderbiotoop
        Dagvlinders komen wereldwijd voor. In Nederland zijn   overal dagvlinders te vinden. Het soortenrijkst zijn het oosten en   zuiden van het land (Noord-Brabant, Zuid-Limburg, Gelderland, Drente en       Overijssel).
        Wereldwijd zijn meer dan 13.000 soorten dagvlinders   bekend. Hiervan komen er ongeveer 60 in Nederland voor. Circa 25   inheemse dagvlindersoorten worden nu in hun voortbestaan bedreigd.
        Elke dagvlindersoort heeft zijn eigen ecologische   voorwaarden en zijn eigen voorkeuren met betrekking tot zijn omgeving.   Verschillende landschappen en vegetatietypen geven ook verschillende   dagvinders te zien.
Belangrijke biotopen voor dagvlinders   zijn bossen, graslanden - met   name   natuurlijke en half-natuurlijke -,   heide, moerassen, -     laagveenmoerassen en hoogvenen -, en de stedelijke   omgeving.
        Belangrijk voor veel dagvlindersoorten zijn de grenssituaties,   veelal     met ruigtkruiden, die langs een gradiƫnt ontstaan, bijvoorbeeld   op     overgangen van nat naar droog of van gesloten naar open vegetaties   en     langs bosranden. De ruigtkruidenvegetaties hebben een belangrijke       functie als standplaats van waardplanten en nectarplanten. Doordat ze   vaak in lange, smalle stroken, zoals wegbermen, slootkanten en dijken,       voorkomen, kunnen vlinders zich hierlangs van het ene       voortplantingsbiotoop naar het andere verplaatsen.